De evolutietheorie
Wij hebben als groep gekozen voor de evolutie ‘Digitalisering.’ We hebben onze individuele voorkeur met elkaar gedeeld en al snel bleek dat digitalisering ons het meeste aansprak. Dit is een evolutie waarvan we allen een groot deel bewust hebben meegemaakt. Hiermee bedoelen we het kantelpunt van digitalisering in de samenleving, de scholen en specifiek in de klassen. Ook de huidige pandemie heeft ons geprikkeld om deze evolutie te beschrijven en ons hierin te verdiepen.
Van Daele omschrijft het begrip digitalisering als volgt:
di·gi·ta·li·se·ring (de; v)
1het digitaliseren: de digitalisering van de maatschappij het toenemende belang van ICT daarin.
Digitalisering heeft zich ondertussen op elk domein van de samenleving doorgezet. Ook in het onderwijs is de evolutie van de digitalisering in de afgelopen jaren sterk toegenomen. In andere woorden zijn er tal van veranderingen en vernieuwingen ontstaan in het onderwijs, mede door de pandemie. Heel wat leerkrachten en leerlingen zijn op korte termijn snel moeten overschakelen naar een hele digitale wereld die soms nog beangstigend kan zijn. Vaak te wijde aan de vele vooroordelen die onze maatschappij heeft ontwikkeld rond digitalisering in het onderwijs.
Allereerst denken vele mensen het gebruik van digitale tools in het onderwijs leerkrachten op termijn overbodig zullen maken. Echter is het niet de bedoeling dat de computers alles zomaar zullen overnemen. De intentie van alle digitale tools is om de leerkrachten te (blijven) ondersteunen in functie van de beperkingen die momenteel ondervonden worden. De taak van de leerkracht die altijd vooraan in de klas staat wordt omgezet naar een leerkracht die meer begeleiding in de klas kan voorzien
Zo werken al vele scholen met een digitaal aanwezigheidssysteem waardoor het voor leerkrachten efficiënter werken is en er meer klastijd overblijft.
Toch mogen we niet vergeten dat de digitale tools niet enkel voor administratieve zaken kunnen worden ingezet maar ook ter ondersteuning van de leerkracht in de klas. Hoe meer digitalisering, hoe meer de computers complexere taken aankunnen. Denk maar aan differentiatie aanbieden door middel van algoritmes in de klas. Er moet dus een goede balans zijn tussen leerkracht en digitale middelen.
Vele scholen worden afgeschrikt door de financiële last die er zou kunnen ontstaan wanneer er meer digitale middelen worden ingezet. Nochtans heeft de overheid 35 miljoen euro vrijgemaakt om in te zetten bij de verdere digitalisering van onderwijs. Dit geld is niet alleen bedoeld om middelen aan te kopen maar ook om opleidingen, softwarelicenties, infrastructuur en digitale didactische ondersteuning mee te kunnen bekostigen.
Zoals we hierboven al aankaartte vrezen vele mensen en leerkrachten voor digitalisering. Wat vele vergeten is dat bij het verwerken van leerstof en aanleren van vaardigheden cognitieve processen nodig zijn. Er moet ingezet worden op slimme technologie waarbij deze een ondersteunende rol opneemt en geen leidende. Het stopt niet enkel bij een digibord of online leerplatformen, al is dit wel een stap in de goede richting, maar er zit veel meer in dan dat. Piet Desmet is wetenschappelijk directeur van imecs Smart Education programma en hij gelooft erg in het idee van ‘hybride klasomgevingen’. Kort samengevat is dit de samenwerking tussen leerkrachten en digitale middelen optimaal inzetten zodat er een mooie balans ontstaat.
Maak jouw eigen website met JouwWeb